Scroll Top

Op zoek naar popandau

Daar was ik dan: honderden hectares steppen onder mijn voeten. Ik kwam hier met maar één doel voor ogen: de ongrijpbare Popandau zoeken, vinden EN fotograferen. Een wezen dat – volgens zowel literatuur als internetfora – in dit deel van Roemenië zou moeten voorkomen. Een wezen dat geen belletje deed rinkelen bij mijn lieve vrouw en Roemeense schoonfamilie. Ik was bereid om uren – zelfs dagen! – te besteden om mijn eerste hoopvolle glimp van dit wezen op te vangen. Maar dat was niet nodig, want zodra ik uit mijn waardeloze gedeukte huurauto stapte… zag ik er één: vier meter van me weg zitten.

Ja, dat kun je terecht een anticlimax noemen. Deze popandau of Europese grondeekhoorns (Spermophilus citellus) waren in feite zo talrijk dat het erg moeilijk was om ze niet te zien. Mijn vrouw ontkent nog steeds hun bestaan, maar mijn schoonfamilie vertelde me: ‘Oh, bedoelde je die? Ze zijn inderdaad overal. ‘ Bedoel je te zeggen dat er nog andere ‘kleine, op de grond levende marmotachtige wezens met een kleine staart’ zijn? En die zijn er inderdaad: de gespikkelde grondeekhoorn (Spermophilus suslicus), die ik ook gevonden heb. Oh, de mysteries die Roemenië te bieden heeft… Nadat dit was opgelost, heb ik genoten van het observeren en fotograferen van deze 20 cm lange pluizige schatjes.

Ik hou van de graslanden hier: eindeloze vlaktes en glooiende heuvels met eindeloze luchten erboven. In dit geval waren er ook eindeloze windmolenparken, maar zelfs die droegen bij aan het gevoel van ruimte. Wie houdt er niet van de geur van gras en kruiden net na een regenbui of wanneer de aarde opwarmt door de zon? Plat op de grond liggen terwijl je een grondeekhoorn besluipt met de geur van tijm in je neusgaten, is een stuk beter dan op kantoor zitten. Ik genoot van de roep van een overvliegende hop (Upupa epops) en toen vroeg een nieuwsgierige herder me: “Wat de @#$ deed ik hier, zijn schapen en vee schrik aanjagen?” Oeps, mijn excuses meneer.

Ion vertelde me – terwijl zijn schapen stilletjes mijn tijm herkauwden – dat er a) ‘er hier veel popandau zijn’. Het is niet waar… en b) ‘als je een PET-fles ondersteboven neerzet (met de bodem afgesneden) gaan ze er vaak in zitten, omdat ze het comfortabel en warm lijken te vinden!’ Haha, en ik maar denken dat al dat rondslingerende plastic afval helemaal geen functie had.

Tot dusver probeerde ik de verschillende herders en hun honden te vermijden die door deze weiden trokken. Eerdere ervaringen in de bergen van Transsylvanië maakten me enigszins op mijn hoede voor herdershonden, maar deze bleken van het ‘vriendelijke type’ te zijn en niet van ‘ik zal je aan stukken scheuren – ook al zie je er niet uit als een wolf of beer’.

De grondeekhoorns en herders zijn trouwens een combideal: de grondeekhoorns profiteren van weilanden met verschillende begrazingsdruk. Veel van deze oude steppen zijn echter al omgevormd tot akkerland met monoculturen, waardoor er veel van hun geschikte leefomgeving verloren is gegaan. Ecologisch lijkt de popandau (althans voor mij) de niche te hebben overgenomen die wordt bezet door konijnen in West-Europa. Soms leek de steppe letterlijk bezaaid met eekhoorns. Terwijl ze zich voeden met grassen en kruiden, houden ze vaak een angstige blik gericht op de lucht – soms rechtop zittend – met meerdere roofvogelsoorten die boven hun hoofd cirkelen. Die vormden niet het enige gevaar, want ik was ook getuige van een steppe bunzing (Mustela eversmanii) die in hun kenmerkend ongemakkelijke loop op zoek waren naar een snelle snack (dank aan Zoltan Nagy voor de determinatie).

Over het algemeen heb ik een geweldige tijd gehad met beide soorten en ik kijk ernaar uit om ze weer te zien. Popandau, ik kom terug!

Gerelateerde berichten

Een opmerking achterlaten

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.